Heeft de dieselwagen toch nog een toekomst?
Hoewel de dieselauto wordt afgeserveerd door de overheid, heeft deze aandrijving in de realiteit toch nog heel wat troeven te bieden voor de automobilist die veel kilometers aflegt. Bovendien zou een zelfontbrander wel eens een goed investering kunnen zijn. En wel hierom.
De beslissing van de Europese Commissie om de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren te verbieden in de Europese Unie vanaf 2035 heeft de autosector in rep en roer gezet. De automerken zetten de elektrificatie van hun gamma’s versneld in en het huidige aanbod van modellen met een benzine- of dieselmotor wordt langzaam maar zeker afgebouwd. Dat leidt ook tot bezorgdheid bij de consumenten, want deze transitie zal van iedereen inspanningen vereisen en voor de nodige problemen zorgen.
Eerst en vooral zal iedereen tegen die deadline een nieuwe auto willen of moeten kopen, die bovendien een stevige duit zal kosten. En daarnaast zijn er terechte zorgen over de laadinfrastructuur (die momenteel zo goed als onbestaande is) en het rijbereik van de EV’s dat nog steeds niet op het niveau staat van onze klassieke wagens met verbrandingsmotoren, zeker niet voor de betaalbare basismodellen.
Dat maakt dat de elektrificatie momenteel vooral wordt gedragen door de markt van professionele rijders en dat de privérijders hun aankoop van een nieuwe auto steeds verder uitstellen omwille van de onzekerheden op vlak van wetgeving, aanbod, politieke keuze, enz.
Lager aanbod, hogere prijs
Toch kan de keuze voor een dieselwagen nog steeds verantwoord zijn, zoals de analyse van onze collega’s van Autonieuws.be aantoont. In die mate dat wie vandaag toch nog een dieselauto koopt, daar binnen vier of vijf jaar misschien een veel beter dan verwachte herverkoopwaarde van kan opstrijken.
De hetze van de overheid tegen de diesel leidt inderdaad tot een dalende populariteit van deze aandrijving en dus tot een kleiner aantal ingeschreven zelfontbranders. Uit de cijfers van Febiac blijkt dat er vandaag steeds minder dieselmodellen worden verkocht: nog slechts 18,7% van het totaal aantal inschrijvingen in ons land in het eerste kwartaal van 2022, tegenover nog 32,9% in 2020.
Die toestand zal binnen enkele jaren ook zorgen voor een veel kleiner aantal tweedehandse dieselwagens op de markt. Wie tegen dan een exemplaar zoekt, zal dus minder keuze hebben. En logisch zal een dieselauto dan door de wet van vraag en aanbod meer opbrengen dan initieel gedacht.
Onterechte bestraffing
Noteer ook dat de bestraffing van de diesel door de overheid omwille van milieuredenen totaal geen steek meer houdt met de nieuwste modellen die aan de Euro 6d emissienorm voldoen. De uitstoot van vervuilende stoffen is zeer laag en ligt zeker niet hoger ligt dan die van benzinemotoren. Bovendien stoten diesels door hun lager verbruik minder CO2 uit en zijn ze vanuit klimaatoogpunt dus de betere keuze van de twee. De fiscale bestraffing van de dieselauto in ons land is daarom totaal onterecht en voorbijgestreefd.
Bron www.gocar.be