Wijziging oldtimerkeuring vanaf 1/11/'22: oppassen met aangepaste klassiekers
Sinds 1 november ziet de autokeuring er weer een klein beetje anders uit voor eigenaars van een oldtimer. Voortaan zal het keuringsstation namelijk nauwlettender kijken naar aftermarket-aanpassingen. Geen reden tot paniek, aldus het ministerie van mobiliteit, want het doel is net om meer duidelijkheid te scheppen voor de eigenaars.
115.000 stuks: zoveel oldtimers rijden er tegenwoordig op Vlaamse wegen. Om dat allemaal vlot te laten verlopen, moet je sinds midden 2018 ook met je klassieke trots bij het lokale keuringsstation passeren. Dat bracht echter een aantal moeilijkheden met zich mee, want zoek maar eens een oldtimer die zich na zo'n 30 jaar dienst nog in volledig originele staat bevindt. Om dus een duidelijk onderscheid te maken tussen wat wel en niet mag, introduceert de Vlaamse Overheid nu het oldtimerverslag.
KADER VOOR ELEKTRISCHE OLDTIMERS
Dat extra formulier maakt deel uit van het gewoonlijke keuringsbewijs, maar kijkt minder naar de technische staat en meer naar de aanpassingen van de auto. Het oldtimerverslag zal concreet alle aanpassingen aan het voertuig oplijsten die door de keurmeesters nagekeken en goedgekeurd zijn. Echte regels zijn er dus niet, want het wordt aan de keuring overgelaten om de toestand op het moment zelf te beoordelen. Op die manier worden eventuele aanpassingen dus meegenomen in de beoordeling van de technische staat, zonder de auto meteen af te keuren omdat iets niet helemaal is zoals de fabrikant het destijds bedoeld had.
Daarnaast wordt ook een procedure voorzien om de datum van eerste indienststelling te wijzigen voor oldtimers die recent belangrijkere aanpassingen ondergaan hebben. Op die manier wordt het bijvoorbeeld mogelijk om je klassieker onder stroom te zetten, of kan je een restomod gemakkelijker inschrijven. Als eigenaar moet je dus wel de nodige attesten en bewijsstukken kunnen voorleggen indien je oldtimer werd aangepast, tenzij je auto van voor 15 juni 1968 dateert en de wijzigingen uitgevoerd werden voor 20 mei 2018.
MUSEUMSTAAT
Nog nieuws komt in de vorm van een vrijstelling voor oldtimers van voor 1 januari 1926. Die bijna-eeuwlingen moeten dus niet langer naar de keuring, omdat ervan wordt uitgegaan dat het om cultureel erfgoed gaat dat zich doorgaans in showroomstaat — of heet dat dan 'museumstaat' — bevindt. Ter herinnering: met je oldtimer van minder dan 30 jaar (en zo zijn er steeds minder nu de overgangsregeling de minimumleeftijd van 25 naar 30 jaar opschroeft) moet je jaarlijks naar de keuring, met een exemplaar van 30 tot 50 jaar om de twee jaar en met een klassieker van ouder dan 50 jaar moet je om de 5 jaar langsgaan.
Het doel van de nieuwe regels is om voor de eigenaar van de oldtimer duidelijkheid te scheppen in wat wel en niet mag. Daarom zat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken ook samen met oldtimerverenigingen, met mobiliteitfederatie TRAXIO en ook met GOCA, het expertisenetwerk voor keuringscentra, om tot een aanvaardbare regelgeving te komen. De nieuwe procedure ging in op 1 november 2022 dus iedereen die nu met een aangepaste oldtimer naar de keuring gaat, krijgt voortaan ook een oldtimerverslag cadeau.
Bron www.autofans.be