Koop je best een plug-inhybride, een zelfopladende hybride of een mildhybride?
We kennen het gevoel: je wil gerust elektrificeren, maar voor een zuiver elektrische auto ben je nog niet helemaal klaar. Dan kan een hybride het antwoord zijn, alleen vallen er onder die term heel wat verschillende soorten auto’s. Zie je door dat hybridebos de bomen niet meer? Geen nood, want Autofans adviseert!
Tegenwoordig verschijnt de term ‘Hybrid’ op de kofferklep van het ene na de andere model, maar dat betekent niet dat ze allemaal dezelfde soort aandrijflijn hebben. Een auto is nu eenmaal een hybride vanaf hij beschikt over zowel een verbrandingsmotor als een elektromotor, maar de manier waarop die twee samenwerken kan fundamenteel verschillen. Voor je dus aan de eigenaar van een Suzuki Swift Hybrid gaat vragen hoever hij elektrisch kan rijden, kan het wel lonen om je even in te lezen.
MILDHYBRIDE: ELEKTRISCH UITBOLLEN
De minst geëlektrificeerde der hybrides is de mild hybrid of mildhybride. Doorgaans beschikt die namelijk over een verbrandingsmotor waar een starter-alternator tegenaan geschroefd werd. Dat is een compacte elektromotor met hoogstens een 20-tal pk’s, die niet met de wielen in verbinding staat maar gewoon met de krukas van de verbrandingsmotor. De gemiddelde mildhybride wordt met andere woorden niét elektrisch aangedreven, maar is wel in staat om een kleine elektrische boost te geven aan de verbrandingsmotor of die motor net uit te schakelen tijdens het uitbollen zonder dat al je systemen het begeven. Courante voorbeelden zijn de Volkswagen Golf eTSI of de Suzuki Swift Hybrid. Ook op een model als de Alfa Romeo Tonale Hybrid wordt wel eens de term 'mildhybride' gekleefd, maar ondanks het beperkte vermogen van zijn elektromotor leunt die op technisch vlak toch dichter aan bij zelfopladende hybrides.
Waarom zou je zo’n mildhybride dan overwegen, vraag je je nu af? Wel, stiekem kan je vaak niet anders. Zo zijn er heel wat merken die bijna geen verbrandingsmotoren zonder elektrificatie meer aanbieden. Daarnaast zijn er echter ook een aantal redenen om specifiek naar zo'n mildhybride op zoek te gaan, te beginnen met de prijs. Doordat de technologie namelijk bescheiden blijft, zijn mild hybrids doorgaans de goedkoopste hybrids. Zo verschillen ze vaak maar een paar duizend euro van een model met alleen een verbrandingsmotor, terwijl het verbruik toch een half litertje tot een litertje lager ligt. Bovendien blijft alles ook lekker vertrouwd indien je zo’n traditionele aandrijflijn gewend bent, want mildhybrides zijn vaak zelfs verkrijgbaar met handgeschakelde versnellingsbakken net omdat je wielen niet rechtstreeks in verbinding staan met een elektromotor.
ZELFOPLADENDE HYBRIDE: BEETJE ELEKTRISCH, BEETJE VERBRANDING
Dat laatste is wél het geval bij zelfopladende hybrides. Die beschikken namelijk ook over een verbrandingsmotor en (tenminste) een elektromotor, maar die laatste wordt ofwel in de versnellingsbak ofwel in één van de assen verwerkt. Die motor is doorgaans ook wat sterker en haalt zijn stroom uit een iets grotere accu, waardoor je met de gemiddelde zelfopladende hybride wel een paar kilometertjes elektrisch kunt rijden. Meer dan dat haal je doorgaans niet, maar dat is ook niet verwonderlijk wetende dat de auto zijn accu vanzelf oplaadt door rem- en rolenergie te recupereren. De bekendste voorbeelden vind je in de Toyota-showrooms, waar de zelfopladende hybride uitgevonden werd, maar ook Honda’s Civic e:HEV en Nissans Qashqai en X-Trail e-Power zijn competente exemplaren.
De reden om een zelfopladende hybride te kopen is dan ook simpel: een betere balans tussen laag verbruik en hoog gebruiksgemak vind je niet. Je hoeft namelijk niet te sukkelen met laadkabels, laadpalen en laadpassen en rijdt gewoon rond met een auto die vanzelf overschakelt op zijn elektromotor wanneer de omstandigheden het toelaten. In de praktijk gebeurt dat best vaak, en zo kunnen competente zelfopladende hybrides wel twee of drie liter minder verbruiken per 100 kilometer dan een gelijkaardig model met alleen een benzinemotor. Het nadeel van die slimme technologie is dat de prijs wat hoger ligt dan die van een mildhybride, al blijft de restwaarde van zo’n zelfopladende hybride wel beter overeind.
PLUG-INHYBRIDE: OPLADEN DIE HANDEL
De hybride die het dichtst in de buurt komt van een elektrische auto, is de plug-inhybride. We noemen hem vaak ook ‘stekkerhybride’ en die naam zegt eigenlijk al waar het hier om draait: deze auto’s hebben een extra klep waarlangs je ze kan verbinden met een laadpunt. Eens je ze volgeladen hebt mag je rekenen op pakweg 40 à 50 elektrische kilometers, al zijn er ook uitschieters die ruim 100 kilometer halen. De accu is dan ook aanzienlijk groter dan die van de gemiddelde zelfopladende hybride, maar verder verschillen ze onderhuids maar weinig van elkaar. Zo zijn er een aantal voorbeelden van auto’s die een heel gelijkaardige aandrijflijn aanbieden in zowel zelfopladende vorm als stekkervorm, zoals de Toyota RAV4 of Hyundai Tucson.
De plug-inhybride is met andere woorden de keuze bij uitstek indien je dagelijks elektrisch naar je werk wil karren op stroom van bijvoorbeeld je zonnepanelen, maar ook nog zonder zorgen langere afstanden wil kunnen afleggen aangezien laden in principe geen noodzaak is. Weet echter wel dat een plug-inhybride aanzienlijk duurder is en meer weegt dan een zelfopladende hybride omdat de accu zoveel groter is. Het verbruik ligt daardoor hoger wanneer je niet oplaadt, en de brandstoftank is vaak ook iets kleiner om plaats te maken voor het batterijpakket. Als je dus van plan bent om weinig tot niet op te laden, kies je beter voor een zelfopladende hybride… Tenzij je de plug-in kiest voor zijn fiscaal interessante status, natuurlijk, want zowel de particulier als de professionele rijder is de staat flink wat minder verschuldigd als gevolg van de lagere theoretische uitstoot.
Bron www.autofans.be