Toch nog auto’s met verbrandingsmotor na 2035 door batterijtekort?
Het einde van de auto met verbrandingsmotor in 2035 dreigt moeilijker te worden dan gedacht. Na het protest van bepaalde landen, waarschuwt nu de Europese Rekenkamer voor de risico’s op een mislukking van de maatregel van de Europese Commissie. Waarop is dit gebaseerd?
“We mogen niet herhalen wat er met het Russisch gas gebeurd is”: zo trekt de Europese Rekenkamer de transitie naar de elektrische auto in twijfel. De bedenking komt van Annemie Turtelboom, die de audit over de productie van batterijen in Europa leidde. Een uitspraak met veel betekenis.
De Europese Rekenkamer kan zich namelijk niet voorstellen dat het oude continent zich echt kan positioneren op het vlak van batterijen voor de elektrische auto. Volgens de Europese Rekenkamer loopt de Europese batterij-industrie achter, vooral tegenover China (dat was te denken), maar nu ook al tegenover de Verenigde Staten.
Probleem? Grondstoffen
De Europese Rekenkamer waarschuwt de Europese autoriteiten (en in de eerste plaats de Commissie) voor de geopolitieke realiteit in de wereld en vooral dan de toegang tot grondstoffen, waar Europa nergens staat. Nochtans is dat een noodzakelijke voorwaarde voor een geslaagde transitie.
Erger nog: Annemie Turtelboom doet er nog een schepje bovenop en geeft aan dat de door Europa opgestelde lijst van essentiële grondstoffen al dateert van 2016. Die lijst werd weliswaar bijgewerkt in 2020, maar volstaat duidelijk niet om een leidende rol te spelen.
“Die kans is klein”, voegt de voormalige Belgische minister eraan toe. En dat is een feit: China exporteert 40 procent van het noodzakelijke grafiet en produceert 76 procent van de batterijen. Ook de afhankelijkheid van Congo wordt zeer groot, want dat land produceert 68 procent van het kobalt.
Volgens de Rekenkamer hebben de Verenigde Staten ons als ingehaald door de productie van mineralen op hun grondgebied te subsidiëren, wat in Europa niet gebeurt.
Waarschuwing
Europa moet ophouden de kop in het zand te steken en zich bewust worden van de realiteit. Alfonso de Castro Malheiro, auditor bij de Rekenkamer, vertelt in La Libre Belgique: “Zowel de productie als de import van auto’s moet koolstofneutraal zijn. De productie van batterijen is energie-intensief en de doelstellingen voor neutraliteit zijn onvoldoende vastgelegd.”
De Rekenkamer schat dat het in het beste geval nog twaalf jaar duurt om een concurrerende, koolstofneutrale autobatterij-industrie op poten te zetten. Dat brengt ons naar… 2035. Maar tegen die tijd zouden er alleen nog elektrische auto’s op de markt mogen zijn. Niet realiseerbaar dus.
Tekorten en onhaalbaarheid?
De Rekenkamer anticipeert ook op de situatie van morgen. En ze windt er geen doekjes om: Europa krijgt waarschijnlijk te maken met een tekort aan grondstoffen. Het aanbod is beperkt en moeilijk uit te breiden, omdat er vergunningen nodig zijn van lokale autoriteiten en mijnbouwprojecten veel tijd in beslag nemen.
Op dit moment zijn de productiemiddelen ontoereikend, waardoor de gemiddelde kostprijs voor een batterijpakket 200 euro per kWh bedraagt, terwijl de doelstelling voor 2022 90/kWh was. China heeft daarentegen een kostprijs van 115 euro/kWh bereikt. Maar dat land heeft de volledige controle over de waardeketen, van de mijnbouw tot de productie van cellen en pakketten.
Er is nog een lange weg te gaan. De diverse Franse en Duitse fabrieken gaan dat niet veranderen, want we moeten een hele industrie ontwikkelen, niet alleen losse schakels. Het is gemakkelijk te begrijpen waarom de Chinezen hun elektrische auto’s kunnen aanbieden tegen bodemprijzen.
Bron www.gocar.be